Ik was bij iemand die zijn papier scheidt van zijn andere afval.
De kartonnen doos waarin hij dat doet zat vol (verpakkingen, kranten, magazines, post en mijn theezakjes-zakjes) en omdat het niet regende liep ik mee naar de container buiten.
“Er is een grote kans dat we naar die andere, aan de overkant van de weg moeten,” zei degene bij wie ik was. Op dat moment sloegen we de hoek om en knikte hij bijna gelijktijdig naar de container die nu te zien was aan het einde van de straat.
Er staken stukken karton uit de klep.
“Dacht ik al,” zei degene bij wie ik was.
“Ja,” zei ik.
Ik maakte een huppeltje omdat de zon scheen, waardoor ik de herfst weer leuk vond.
Ook aan de overkant van de weg lagen het papier en karton al voor de container opgestapeld.
“En nu?” vroeg ik.
“Als we een rondje lopen komen we er nog een tegen,” zei degene bij wie ik was.
Ik keek naar de grond voor mooie herfstbladeren.
Het viel me alles mee vandaag; buiten.
Ik kreeg er zin van om iets te gaan dóen en ik stelde een tentoonstelling in de Oude Kerk voor die me wel wat leek.
“Het voelt wel een beetje als een nederlaag als ik zo weer met dat papier naar boven moet,” zei degene bij wie ik was.
Ik knikte.
Al van verre zagen we dat ook de derde container uitpuilde.
Bijna terug in de straat kwamen twee vrouwen met hun handen vol karton ons tegemoet lopen.
Diegene met wie ik was en ik, keken elkaar veelbetekenend aan.
Op weg naar de Oude Kerk even later, liepen we de lange Vijzelstraat af.
Er bleken heel wat mensen op de been te zijn.
“Klimaatmars.”
“Ja.”
Mensen met bordjes, spandoeken, vlaggen in de handen.
Soms werd er gescandeerd, gezongen.
In een ellenlange stroom trokken ze over straat.
Diegene met wie ik was en ik liepen over de stoep in tegengestelde richting.
Ik betrapte mezelf op het gevoel om in de stroom te willen duiken, mee te bewegen.
Een klein stukje maar, om er dan weer uit naar boven te komen en op de kant te springen.
“Het voelt alsof we expres een tegenbeweging vormen,” zei ik tegen degene met wie ik was.
Hij knikte en keek ook even op naar de stroom die ging naar waar wij vandaan kwamen.
“Ja. Heel letterlijk allemaal.”
Leave a Reply