De laatste colleges van mijn IMH opleiding voor de vakantie stonden in het teken van trauma. Ze werden fantastisch gegeven door de bevlogen oprichter van Trauma Company; Anne van den Ouwelant. Wat me opviel en raakte was hoe regelmatig Anne de woorden gezond en knap gebruikte in relatie tot het menselijk lichaam. In haar werk met getraumatiseerde mensen labelt ze consequent hun fysieke en mentale stressreacties als gezonde, bewonderenswaardige reacties van hun lijf.
Verstijven, vechten, trillen, broekplassen, vergeten, dissociatie. Het zijn reacties die over het algemeen geïnternaliseerd zijn als schaamtevol, want “abnormaal”. Dit terwijl juist het tegenovergestelde waar is; het zijn normale psychofysieke reacties op een abnormale situatie.
Ik las recent het boek Rituelen van Herman de Dijn. Hierin zet hij uiteen hoe wij (Westerse mens) ons in het verleden hebben en in het postmoderne tijdperk verhouden tot de rituelen die ons verbinden met het mysterie/ het hogere/ het ongrijpbare. Hij haalt de filosofische theorie van Helmuth Plessner aan, waarin deze het onderscheid tussen lichaam (Körper) en lijf (Leib) maakt. De Dijn heeft het over het geobjectiveerde lichaam enerzijds, zoals in de wetenschap en op de chirurgentafel. En het lijf met relevantie anderzijds; het lijf dat je niet hebt, maar bént, het lijf waarmee je samenvalt, de wereld ervaart.
Ik vraag me af of het klopt wat ik denk; dat de focus op het lichaam en de ondergeschikte rol van het lijf, typisch is voor de hedendaagse Westerse maatschappij. Het lichaam is op allerlei manieren losgezongen, geobjectiveerd. Dat zie je terug in de overtuigingen die we hebben over de maakbaarheid van het lichaam en de obsessie naar die maakbaarheid te handelen. Sport bijvoorbeeld, lijkt vaak hoofdzakelijk gericht op het sculpten van het lichaam naar een vorm van perfectie die we (volgens mij ten onrechte) automatisch associëren met gezondheid en schoonheid. Sport vanuit een natuurlijke (psychofysieke) behoefte aan regulatie door middel van beweging, met gezondheid als bijvangst, lijkt minder vaak leidend te zijn.
En als het gaat om objectivering, blijft het vrouwenlichaam onderwerp van gesprek. Het free the nipple account op Instagram is misschien wat jolig, maar raakt wel degelijk aan iets fundamenteels. Borsten lijken dingen te zijn die bestaansrecht hebben bij de gratie van het bezien en gewaardeerd worden door een ander. Ze staan daarmee los van de vrouw waar ze aan ontspruiten en de (biologische en seksuele) functies die ze, nadrukkelijk voor háár, vervullen. Ik worstel zelf nog altijd met de (plaatsvervangende) schaamte die ik voel als ik foto’s zie van vrouwen uit inheemse stammen met ontblote borsten. Misschien vooral omdat die schaamte mijn eigen objectiverende blik verraad.
Bestaat het onderscheid lichaam en lijf in niet-Westerse tradities als de Chinese en de (West) Afrikaanse? Ik betwijfel het. Er wordt wel vaker gezegd dat fundamenteel in de Chinese geneeskunde is, dat het onderscheid tussen lichaam en geest niet wordt gemaakt. Ik vraag me echter af of het niet eerder zo is dat het lichaam (Körper) gewoonweg niet bestaat? Dat niet de eenheid van lichaam en geest het fundamentele concept is, maar het ervarende lijf (Leib) als materiële manifestatie van een persoon.
Onder de West Afrikaanse Yoruba is wat wij kennen als een klysma een traditionele vorm van reiniging. Ik zag eens een grappig filmpje van een oudere dame die liet zien hoe het ritueel van het zoeken naar de juiste planten en het bereiden ervan tot spoelvloeistof verliep. Aanvankelijk begreep ik niet direct dat het om een klysma ging, ze introduceerde het als een “drankje voor de buik” om schoon en fris te worden, bijvoorbeeld voor de start van een schooljaar. Dit werd vrolijk beaamt door een schattige kleindochter van een jaar of 10. Ik ken zelf de traditionele uitwendige badjes met Oud en Nieuw met mijn Surinaamse moeder, waarbij het nadrukkelijk de bedoeling is dat je je concentreert op het psychisch loslaten van het nieuwe jaar. Beide voorbeelden illustreren het idee van het lijf als fundamenteel concept. Er lijkt vanzelfsprekend uit te worden gegaan van een mens dat een lijf is in plaats van een mens dat een lichaam heeft. Psychische en fysieke gezondheid; het komt op hetzelfde neer.
Ik las dat er na body positivity nu liever gesproken wordt over body neutrality. Ik gooi er even de term body normality in. Je lijf als letterlijk de belichaming van wie je tot op heden bent geworden, door je ervaringen, nadrukkelijk in deze wereld, in verbinding met andere lijven. De normaliteit die dat impliceert in diversiteit, in variatie; geen mens is immers exact hetzelfde. En tegelijkertijd; niets menselijks is ons vreemd.
De Dijn verwoordt het prachtig:
Leave a Reply