Ik schreef twee dagen geleden nog over onze demonen naar aanleiding van de documentaire Het is gezien. Vandaag werd ik met hetzelfde thema knock-out geslagen bij het zien van de film Saint Omer.
Ik zag de trailer toen ik een paar weken terug voor een andere film in de bioscoop zat. Wat me er direct aan intrigeerde was het uitblijven van een verwijzing naar raciale thematiek. Daarmee betrapte ik mezelf op de verwachting dat een film met twee zwarte vrouwen in de hoofdrol wel een raciaal thema zou hebben. In plaats daarvan zag ik dat de focus lag op een rechtszaak rondom de moord van een vrouw op haar baby. Natuurlijk moest ik de film gaan zien.
Dat deed ik dus vanmiddag, nog maar een aantal uur geleden, en ik merk dat ik er zo vol van ben dat ik er direct over wil schrijven. Kayije Kagame speelt Rama, een docente en schrijfster die het proces bezoekt voor het boek dat ze aan het schrijven is. Laurence; de vrouw die terecht staat, raakt met haar verhaal echter op confronterende wijze aan dat van Rama. (Ik vind met name Guslagie Malanga ijzersterk in haar rol van de beklaagde moeder die haar 15 maanden oude dochtertje gedood heeft. Hoe de trillingen in haar wenkbrauw en mond af en toe subtiel blijk geven van de hevige emotie die onder haar afgevlakte mimiek schuilgaat, is prachtig.)
Laurence zegt niet te weten waarom ze haar dochter vermoord heeft en zegt te hopen daar door het proces achter te komen. Wat ik ontzettend knap vind, is hoe de film de gelaagdheid van zo’n gruwelijke gebeurtenis en vooral ook van de dader weergeeft. Ik heb van het begin tot het eind te doen gehad met Laurence, ondanks haar daad, de onbegrijpelijkheid daarvan en de gemengde signalen die ze erover geeft. De film laat haar het Goed en Kwaad overstijgen, door haar als mens in haar specifieke context te duiden. Dat doet niks af aan de gruwelijkheid van haar daad.
Hierin is overigens een mooie rol weggelegd voor de advocate van Laurence, gespeeld door Aurélia Petit. Ze neemt weinig ruimte in met haar personage, maar geeft een prachtig soort van warmte in haar verdediging van Laurence. Haar pleidooi tegen het einde van de film, gaat door merg en been. Zonder moraliserend of vervlakkend te zijn, vat ze met haar woorden de gevoelens samen die je als kijker door bent gegaan tijdens het volgen van het proces. Ze trekt het monster dat haar eigen baby doodde uit de duisternis het licht in, zodat we weer zien dat ze een mens is. En juist dat; dat een ander mens -één van ons- tot zoiets afgrijselijks in staat is, is wat we moeten verdragen.
Het tweede knappe van de film vind ik dat het feit dat Laurence een zwarte vrouw is, tegelijkertijd wel en niet een rol speelt. Op twee momenten in de film wordt dit feit belicht; één keer achteloos en één keer expliciet. Een opmerking van verbazing over hoe vloeiend en eloquent Laurence Frans spreekt en een ronduit beledigend wantrouwen over het feit dat ze als Afrikaanse een Oostenrijkse filosoof wil onderzoeken. In een review van de Volkskrant las ik dat de film hiermee een politieke lading krijgt. Ik ben het daar niet mee eens; het lijkt daarmee alsof er een laag wordt aangebracht die net zo goed weggelaten had kunnen worden. Met deze momenten in de film wordt echter simpelweg recht gedaan aan de ervaring van zwarte mensen in de Westerse maatschappij. Het zou ronduit onrealistisch zijn geweest als niet zo’n moment in de film had gezeten.
Ik ergerde me aanvankelijk enigszins toen er vanuit Laurence gesproken werd over tovenarij. Die ergernis zat voor mij in de clichématige beeldvorming; de zwarte mens trekt het onbegrijpelijke maar direct de spiritualiteit in. Ik realiseer me echter nu, dat ook dit geen laag is die wel weggelaten had kunnen worden. Ook hierin is de film juist zo realistisch mogelijk.
Laurence is een vrouw die haar baby gedood heeft. Dat ze zwart is, is een “neutraal” gegeven daarnaast. Het speelt alleen een rol in de film, omdat de film de realiteit van een zwarte vrouw, een Afrikaanse migrante in Frankrijk reflecteert. En in die realiteit kunnen haar kleur en afkomst niet neutraal zijn.
(Dat de regisseuse (Alice Diop) van deze film zelf van Senegalese afkomst is vind ik eveneens interessant als het gaat om nadenken over de relevantie daarvan. Maar daarover misschien een andere keer meer.)
N.B.
Ik las een week of wat later een recensie in de Filmkrant, waarin de nadruk op othering gelegd wordt. Interessante insteek.
Leave a Reply