Mijn ketting met de rode kraal bleek niet bij mijn zuster te liggen en dat betekende dat ik hem kwijt was. En ik voelde me onbeschermd al weet ik heus wel dat het bijgeloof is dat het kwaad afketst tegen de facetten in het glas. Ik zag het debat tussen Rutte en Wilders en toen ze het vriendschappelijk over de kat van die laatste hadden, miste ik het gevoel het kraaltje tussen mijn vingers te rollen.
Ik heb te weinig verstand van politiek, maar de realisatie dat het een spel is, dat ik dat ineens zag tussen deze mannen, schokte me en dat verbaasde me dan weer. Dat het ook nu, op 35-jarige leeftijd, ernst is voor mij bedoel ik. Dat ik gevaar voel en dat het reëel lijkt. Zoals ik als kind bang was voor gabbers, voor die man die Janmaat heette en voor Lelystad. Dat ik mijn maag voelde verkrampen als ik daar iets over hoorde of op de televisie zag, omdat het voor mij belichamingen waren van het gevaar dat loerde.
Tegelijkertijd heeft het iets geruststellend om te weten waar de dreiging vandaan komt, dat je het kunt plaatsen, dat het niet geheel onverwacht is. Niet zoals toen ik op een dag een boekje vond in de kast thuis. “De Mol en andere Beesten” van Midas Dekkers. Ik kende hem als televisiebioloog en ik vond hem grappig en een beetje viezig. Ik weet niet precies meer waar in het boekje, maar na een aantal hoofdstukken, ieder over een specifiek dier, kwam er een hoofdstuk getiteld “De Neger.”
Ik kan me herinneren hoe ik daardoor werd overvallen door angst. Het duurde een tijdje voordat ik verder durfde te lezen en ik weet nog hoe erg ik hoopte dat er iets zou komen dat mijn angst weg zou nemen. Iets dat de schok goed zou maken. Iets waardoor ik het volkomen aanvaardbaar en logisch zou vinden dat De Neger een hoofdstuk in een boekje over dieren zou kunnen zijn. Ik meen me te herinneren dat er iets “vergoelijkends” stond over dat alle mensen dieren zijn. En iets “vriendelijks” over dat het vooroordeel dat De Neger lui is voortkomt uit het hete klimaat in de natuurlijke habitat dat het onmogelijk maakt hard te werken. En dat luchtte me een beetje op als kind. Ik wilde heel graag iets lezen dat me zou opluchten. Iets waardoor ik niet bang hoefde te zijn voor de televisiebioloog. Iets waardoor Midas Dekkers niet in het rijtje gabbers, Janmaat en Lelystad hoefde.
Afgelopen zomer herinnerde ik me dit alles weer. Ik denk dat het ten tijde was van de Black Lives Matter demonstraties. Ik wilde een exemplaar van het boek aanschaffen om mezelf ervan te verzekeren dat mijn herinnering klopt. Behalve dat er ondertussen tig andere ideeën tussendoor zijn gekomen, besefte ik door de verkiezingen de afgelopen weken, dat ik het ook zwaar vind dit op te rakelen.
Ik kwam er maar niet uit waar ik op moest stemmen vandaag. Het radicale links van Bij1 lonkte, maar hoe meer Insta posts er voorbij kwamen, hoe groter de twijfel werd. Het is me te diffuus. Een schijtlading aan termen, dingen waar je ook VOOR moet zijn om “kinfolk” in plaats van alleen “skinfolk” te zijn. (Ik las ergens “Remember, skinfolk ain’t all kinfolk” en ik moest huilen.) Intersectioneel feminisme, trigger warnings, wat is je pronoun, het n-woord, dubbelbloedje, vrxuw in plaats van vrouw, INCLUSIVITEIT (inclusivitiet dacht ik net en ik moest lachen en ik vroeg me toen af of dat seksistisch is), TEGEN het patriarchaat en de witte man in het bijzonder.
Het is complexer dan het eens of oneens zijn. Het is teveel en ik krijg het gevoel dat het een gevecht met een heleboel middelmatige tikken is in plaats van 1 welgemikte stoot die resulteert in een KO. Ik weet niet waar die stoot een metafoor voor is. Misschien voor een fundament. En misschien dat dat fundament dan niet groter is dan ikzelf en tegelijkertijd deel uitmaakt van iets dat onvoorstelbaar veel groter is. Ik vroeg me zoals zo vaak af wat Nina (Simone) zou doen. En het antwoord kwam met een opname van een optreden waarin ze nogmaals een couplet van een nummer inzette met de woorden:
“Gotta do the last verse again, just for myself.”
Leave a Reply