Een vriend raadde me deze documentaire uit 2018 van Erik Lieshout en Tom Rooduijn aan. Ik had nog nooit van het “Ezelproces” gehoord. In dit proces dat plaatsvond in 1968, voerde Gerard Reve zijn eigen verdediging nadat hij aangeklaagd werd voor godslastering. Dit vanwege een verhaal dat hij schreef; een fantasie waarin de here god in de gedaante van een ezel de schrijver bezoekt. En ze anale seks hebben.
In de documentaire komen verschillende kunstenaars aan het woord die op hun eigen manier de grenzen van het betamelijke opzoeken, uitdagen, overschrijden en daarmee ook verleggen. Ze scheppen ruimte voor wat niet benoemd mag worden, geven er woorden en gestalte aan. Hans Teeuwen vraagt zich hardop af of dat provocerend is en of dan niet alle kunst provocerend is, door reactie uit te willen lokken.
Wat is de functie van dat verleggen van die grens en daarmee het vergroten van de vrije ruimte? Om onze demonen daar binnen te halen en vol in het licht te zetten? Je zou het een vorm van inclusie kunnen noemen. Een manier om wat we te gruwelijk, te eng, te ingewikkeld, te bedreigend vinden, te erkennen als onderdeel van ons menszijn. Want wat Kristien Hemmerechts in de documentaire al zegt: “Dat we ergens niet over praten, betekent niet dat het er niet is.” Dat waar we bewust over zwijgen wordt tot afstand gedwongen. We vervreemden het tot het onmenselijk wordt en daarmee juist nóg bedreigender. De seks-met-god-fantasie, de huisdiermoordenaar, de pedofiel, het taboe.
Dat wat niet benoemd mag worden steekt echter iedere keer weer de kop op als een onaangename verrassing. Het verstoort telkens het verhaal dat we onszelf vertellen over wie en wat we als mensen zijn.
En niet zijn.
(Gerard Reve werd overigens vrijgesproken.)
Leave a Reply